Menu

SV - Heilig Avondmaal formulier - 1970

Formulier voor de bediening van het heilig avondmaal

Geliefden in onze Heere Jezus Christus,

In het evangelie lezen wij hoe de Heere Jezus Christus voor Zijn gemeente het Avond maal heeft ingesteld. De apostel Paulus heeft deze instelling als volgt beschreven: “Ik heb van de Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in de nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam; en als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Desgelijks nam Hij ook de drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij die zult drinken, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten en deze drinkbeker zult drinken, zo verkondigt de dood des Heeren, totdat Hij komt. Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of de drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schul dig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van de drinkbeker. Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.”

Om nu tot onze troost het Avondmaal des Heeren te houden, moeten wij ons vooraf beproeven en onze harten richten op het doel, waartoe de Heere Christus het heeft inge steld, namelijk tot Zijn gedachtenis.

De ware zelfbeproeving is drieledig.

  • Ten eerste: overdenke ieder zijn zonden en vervloeking, opdat hij zichzelf mishaagt en zich voor God verootmoedigt, aangezien de toorn van God tegen de zonde zo groot is, dat Hij die niet ongestraft heeft gelaten, maar aan Zijn geliefde Zoon Jezus Christus met de bittere en smadelijke kruisdood gestraft heeft.
  • Ten tweede: onderzoeke ieder zijn hart, of hij deze vaste belofte van God gelooft dat hem al zijn zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn en dat de gerechtigheid van Christus hem toegerekend en geschonken is, zo volkomen alsof hij zelf voor al zijn zonden betaald en alle gerechtigheid volbracht had.
  • Ten derde: onderzoeke ieder zichzelf, of hij van harte bereid is met zijn gehele leven waarachtige dankbaarheid jegens God de Heere te betonen en voor Gods aangezicht oprecht te wandelen; of hij alle vijandschap, haat en nijd aflegt en in liefde en vrede met zijn naasten wil leven.

Allen die zo gezind zijn, wil God zeker in genade aannemen en als waardige deelgenoten aan de tafel van Zijn Zoon Jezus Christus ontvangen.
Allen die geen droefheid over hun zonden kennen, niet op Gods beloften vertrouwen en in ongehoorzaamheid en onboetvaardigheid voortleven, verkondigen wij dat zij geen deel in het rijk van Christus hebben, en opdat Gods oordeel over hen niet verzwaard worde, vermanen wij hen, zolang zij zich niet bekeren, zich te onthouden van dit Avond maal, dat Christus alleen voor Zijn gelovigen ingesteld heeft.
Dit wordt ons, geliefde broeders en zusters in de Heere, niet voorgehouden om de ver slagen harten van de gelovigen de vrijmoedigheid te ontnemen, alsof niemand tot het Avondmaal des Heeren gaan mag dan wie zonder enige zonde is. Want wij komen niet tot dit Avondmaal om daarmee te betuigen, dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn. Integendeel, door ons leven buiten onszelf in Jezus Christus te zoeken, belijden wij dat wij midden in de dood liggen. Wij vinden in onszelf veel ellende en gebreken. Ons geloof is niet volkomen en wij dienen God niet met de toewijding die wij Hem verschul digd zijn. Dagelijks hebben wij met de zwakheid van ons geloof en de boze lusten van ons vlees te strijden. Nochtans, omdat ons door de genade van de Heilige Geest deze gebreken van harte leed zijn en wij begeren tegen ons ongeloof te strijden en naar alle ge boden Gods te leven, mogen wij ervan verzekerd zijn dat geen zonde of zwakheid die nog tegen onze wil in ons overgebleven is, kan verhinderen dat God ons in genade aanneemt en ons deze hemelse spijs en drank waardig en deelachtig maakt.

Laat ons nu overdenken, waartoe de Heere Zijn Avondmaal heeft ingesteld, namelijk dat wij dit houden zullen tot Zijn gedachtenis.
Wij geloven van ganser harte, dat onze Heere Jezus Christus naar de beloften van het Oude Testament door de Vader in de wereld is gezonden, ons vlees en bloed heeft aangenomen en de toorn Gods, waaronder wij eeuwig hadden moeten verzinken, van het begin Zijner menswording tot in de dood voor ons gedragen heeft. In volkomen gehoorzaamheid heeft Hij alle gerechtigheid van Gods wet voor ons vervuld. Wij gedenken, hoe de last van onze zonden en de toorn van God Hem in de hof het bloedige zweet heeft uitgeperst. Daar werd Hij gebonden, opdat Hij ons zou ontbinden. Hij leed ontelbare smaadheden, opdat wij nimmer te schande zouden worden. Hij is onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij voor het gericht van God zouden vrijgesproken worden. Hij heeft Zijn gezegend lichaam aan het kruishout laten nagelen, opdat Hij onze zonden daaraan zou hechten. Zo heeft Hij de vervloeking van ons op Zich geladen, opdat Hij ons met Zijn zegen vervullen zou. Hij heeft Zich met lichaam en ziel aan het kruis vernederd tot in de allerdiepste smaad en angst der hel, toen Hij riep met luider stem: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”, opdat wij door God aangenomen en door Hem nimmer verlaten zouden worden. Met Zijn dood en bloedstorting heeft Hij het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade en der verzoening, bekrachtigd, toen Hij zei: “Het is volbracht!”

Opdat wij nu vast zouden geloven dat wij tot dit verbond behoren, “nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het de discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. En Hij nam de drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun die, zeggende: Drinkt allen daaruit; want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testa ments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden. En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks tot op die dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders.”

Zo dikwijls als wij van dit brood eten en uit deze beker drinken, bevestigt Hij Zijn hartelijke liefde en trouw jegens ons. Hij geeft ons de verzekering, dat Hij voor ons, die anders de eeuwige dood hadden moeten sterven, Zijn lichaam in de dood gaf en Zijn bloed vergoot en dat Hij onze hongerige en dorstige zielen met Zijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed tot het eeuwige leven voedt en laaft.
Door de inzetting van het Avondmaal richt onze Heere Jezus Christus ons geloof en ver trouwen op Zijn volkomen offer, dat eenmaal aan het kruis geschied is, als op de enige grond van onze zaligheid. Hij werd voor ons de waarachtige spijs en drank ten eeuwigen leven, want Hij nam door Zijn dood de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer, namelijk de zonde, weg en verwierf voor ons de levendmakende Geest.
Door die Geest Die in Hem als het Hoofd en in ons als Zijn leden woont, hebben wij waarachtige gemeenschap met Hem en krijgen wij deel aan al Zijn schatten en gaven: het eeuwige leven, de gerechtigheid en de heerlijkheid. Met groot verlangen zien wij uit naar het bruiloftsmaal van het Lam, waaraan wij de gemeenschap met Hem ten volle zullen genieten. Door de Heilige Geest worden wij ook aan elkaar in broederlijke liefde verbonden, ge lijk de apostel Paulus zegt: “Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? Want één brood is het, zo zijn wij velen één lichaam, dewijl wij allen ééns broods deelachtig zijn.”

Daarom zullen wij, die door het waarachtige geloof Christus ingelijfd zijn, om de wil van Christus, onze geliefde Zaligmaker, Die ons eerst zo uitnemend heeft liefgehad, samen in broederlijke liefde één lichaam zijn, en dit niet alleen met woorden maar ook met de daad jegens elkaar betonen.

Opdat wij nu dit alles mogen verkrijgen, laten wij ons voor God verootmoedigen en Hem met waarachtig geloof om Zijn genade aanroepen:

Barmhartige God en Vader, nu wij in dit avondmaal de bittere dood van uw geliefde Zoon Jezus Christus gedenken, bidden wij U dat Gij door Uw Heilige Geest in onze harten wilt bewerken, dat wij ons met waarachtig vertrouwen aan uw Zoon hoe langer hoe meer overgeven. Wil onze verslagen harten met Zijn waarachtig lichaam en bloed, ja met Hem, waarachtig God en mens, het enige hemelse brood, door de kracht van Uw Heilige Geest voeden en versterken. Geef ons, dat wij niet meer in onze zonden leven, maar Christus in ons en wij in Hem. Laat ons zo waarachtig deelhebben aan het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade, dat wij niet twijfelen of Gij zult eeuwig onze genadige Vader zijn, Die ons onze zonden nimmer toerekent en ons in alles naar lichaam en ziel verzorgt als Uw lieve kinderen en erfgenamen. Verleen ons ook Uw genade, dat wij onze Heiland belijden, onszelf verloochenen, ons kruis getroost op ons nemen en in alle nood met opgeheven hoofd onze Heere Jezus Christus uit de hemel verwachten, Die onze sterfelijke lichamen aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkmaken en ons tot Zich nemen zal in Zijn hemels Koninkrijk. Verhoor ons, barmhartige God en Vader, door onze Heere Jezus Christus. Amen.

Laat ons nu met hart en mond belijdenis doen van ons geloof door met de kerk van alle eeuwen in te stemmen:
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde.
En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere;
Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden;
opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand van God, de almachtige Vader;
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;
vergeving der zonden;
wederopstanding des vleses;
en een eeuwig leven.
Amen.

Opdat wij nu met Christus, het ware hemelse brood, gevoed mogen worden, laat ons niet bij de tekenen van brood en wijn blijven staan, maar onze harten opwaarts in de hemel verheffen, waar Jezus Christus is, onze Voorspraak, aan de rechterhand van Zijn hemelse Vader. Laat ons er niet aan twijfelen dat wij door de werking van de Heilige Geest zo waarachtig met Zijn lichaam en bloed gevoed en gesterkt worden, als wij het brood en de wijn tot zijn gedachtenis ontvangen.

Bij het uitdelen van het brood zal de dienaar spreken:
Het brood, dat wij breken, is een gemeenschap met het lichaam van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam van onze Heere Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

Bij het geven van de beker zal de dienaar spreken:
De beker der dankzegging is een gemeenschap met het bloed van Christus. Neemt die, drinkt allen daaruit. Gedenkt en gelooft, dat het bloed van onze Heere Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

Na de bediening van het avondmaal spreekt de dienaar:
Geliefden in de Heere, laten wij allen tezamen, nu de Heere aan Zijn tafel onze zielen gevoed heeft, Zijn Naam met dankzegging prijzen en ieder spreke in zijn hart:

Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid ver geeft; Die al uw krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf; Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends. Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn be houden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerech tigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgege ven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn. Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven. En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening verkregen hebben.
Daarom zal mijn mond en hart des Heeren lof verkondigen, van nu aan tot in eeuwig heid. Amen.

Laat ons deze avondmaalsbediening met dankzegging sluiten: Almachtige en barmhartige God en Vader, wij danken U met heel ons hart, dat Gij uit grondeloze barmhartigheid ons Uw eniggeboren Zoon geschonken hebt tot een Midde laar en offer voor onze zonden en tot een spijs en drank ten eeuwigen leven. Wij loven U om Uw genade, dat Gij ons geeft een waarachtig geloof, waardoor wij deze weldaden deelachtig worden, en dat Gij tot versterking daarvan het heilig avondmaal door Uw ge liefde Zoon Jezus Christus liet instellen. Wij bidden U, getrouwe God en Vader, dat Gij door de werking van Uw Heilige Geest de gedachtenis aan onze Heere Jezus Christus en de verkondiging van Zijn dood ons tot dagelijks toenemen in het rechte geloof en in de zalige gemeenschap met Christus wilt doen strekken.
In de Naam van onze Heere Jezus Christus bidden wij, gelijk Hij ons geleerd heeft:
Onze Vader, Die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd;
Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid.
Amen.

Made with ❤️ by Michan